Het Rijksvastgoedbedrijf beheert de gebouwen en gronden van de Rijksoverheid en Defensie. De dienst valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en is verantwoordelijk voor het beheer en de instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland.
Het Rijksvastgoedbedrijf realiseert en beheert zijn vastgoedportefeuille voor zijn gebruikers en zet gebouwen en terreinen in voor de realisatie van economische en maatschappelijke meerwaarde op basis van beleidsdoelen.
Onze portefeuille bestaat onder andere uit gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, defensieterreinen, ministeries, havens, belastingkantoren, monumenten, musea en paleizen. Deze gebouwen en terreinen stellen wij ter beschikking voor de realisatie van rijksoverheidsdoelen. Onze deskundige medewerkers formuleren visie en beleid en zorgen voor beheer en onderhoud, aan- en verkoop, nieuwbouw, verbouw en renovatie, ontwikkeling en herontwikkeling.
Bij het Rijksvastgoedbedrijf werken 2.365 medewerkers. We zijn verantwoordelijk voor 11,7 miljoen vierkante meter bruto vloer oppervlak (bvo) aan gebouwen, de oppervlakte van alle verdiepingen van een gebouw inclusief de binnen- en buitenmuren. We beheren 82.036 hectare grond; vergelijkbaar met de oppervlakte van de helft van de provincie Utrecht.
Directie
Het directieteam van het Rijksvastgoedbedrijf bestaat uit de volgende personen:
Mr. drs. A.W.H. (Annet) Bertram, directeur-generaal
F. (Frank) Foreman, directeur Portefeuillestrategie en Portefeuillemanagement (P&P)
Drs. J.K. (Jürgen) Jongkind RC, directeur Financiën en Bestuursadvisering (F&B)
Drs. R. (Roger) Mol, directeur Transacties en Projecten (T&P)
Drs. I.C.M. (Irene) van Munster en drs. N. (Ninke) Lansink Rotgerink , duo-directie Vastgoedbeheer (VB)
Het Rijksvastgoedbedrijf wil een bijdrage leveren aan de duurzame samenleving.
Onze speerpunten
Het Rijksvastgoedbedrijf stelt gebruiksgereed, veilig en kosteneffectief vastgoed ter beschikking aan de rijksoverheid. We beheren een uitgebalanceerde vastgoedportefeuille, die voldoet aan de gebruikseisen van deze tijd en past bij de diversiteit van de onderdelen van het Rijk. De portefeuille is zo opgebouwd dat de constante verandering van behoeften (kwantiteit en functionaliteit) aan vastgoed bij de rijksoverheid maximaal gefaciliteerd wordt. Hiervoor verwerven we nieuw vastgoed, verkopen we overtollig vastgoed en onderhouden en indien nodig renoveren we het in beheer zijnde vastgoed. Efficiënt, effectief en kostenbewust.
De rijksoverheid krimpt, dus ook de vastgoedportefeuille van het rijk. In overleg met de gebruikers van rijksvastgoed, stelt het Rijksvastgoedbedrijf vast hoe er efficiënt met deze ontwikkeling kan worden omgegaan. Welke panden blijven in beheer als de rijksdienst krimpt? Hoeveel gebouwen en gronden komen vrij en waar? Welke gebouwen en terreinen komen voor herontwikkeling in aanmerking?
In de Rijksvastgoedportefeuillestrategie (RVPS) staat beschreven wat er gebeurt met al het vastgoed van het Rijk. De RVPS geeft antwoord op de actuele vragen over het rijksvastgoed en stippelt de weg uit naar de toekomst. Het is onze leidraad bij de ontwikkeling van de vastgoedportefeuille.
Het Rijksvastgoedbedrijf is een grote opdrachtgever voor de markt. Op een breed gebied (beheer, huur, verbouw, ver- en aankoop) hebben we impact op de vastgoed- en bouwmarkt. We stimuleren de markt tot innovaties en efficiëntie.
We zijn de schakel tussen rijksoverheid en commerciële marktpartijen. Dit brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Daarom nemen we actief deel aan het Opdrachtgeversforum en Vernieuwing Bouw, samen met andere rijksopdrachtgevers. We zijn ons bewust van onze rol en gaan daar zorgvuldig mee om.
Alleen de meest effectieve oplossingen halen bij het Rijksvastgoedbedrijf de eindstreep. De doelstellingen van het Rijk zijn daarbij uitgangspunt in ons afwegingskader. Maar ook onze omgeving vindt zijn weerslag in dit kader, onder meer via de drie P's van duurzaamheid: people, planet, profit. Bij beslissingen over gebouwen en gronden speelt geld immers wel een belangrijke rol, maar wegen maatschappelijke belangen zeker mee. Het Rijksvastgoedbedrijf wil namelijk een bijdrage leveren aan de duurzame samenleving.
Vastgoed dat in de Rijksvastgoedportefeuillestrategie niet nodig is voor rijksdoelen, wordt vervreemd. Als dit de verkoop mogelijk maakt of bespoedigt, kan het Rijksvastgoedbedrijf vastgoed voorzien van een nieuwe bestemming en/of transformeren. Zijn er commerciële of strategische overwegingen, of vanwege beleidsdoelstellingen, om het vastgoed (voorlopig) niet te vervreemden, dan komt het in (tijdelijk) beheer binnen onze portefeuille.
Waar mogelijk, en waar wettelijk toegestaan, worden met het door ons beheerde vastgoed maximaal inkomsten gegenereerd.
Geschiedenis
Het Rijksvastgoedbedrijf is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie. Het is op 1 juli 2014 ontstaan uit de fusie van de Dienst Vastgoed Defensie, het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, de directie Rijksvastgoed en de Rijksgebouwendienst. Bij elkaar opgeteld, hebben we het over eeuwen vastgoedervaring.
De basis voor de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) werd in 1688 gelegd. Toen werd de eerste directeur-generaal van de Fortificatiën, Francois Du Puy, Heer van Cambon, op voordracht van de stadhouder Prins Willem III, benoemd door de Raad van State. De Dienst Vastgoed Defensie werd op 1 juli 2014 door het ministerie van Defensie overgedragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf ontstond op 1 juli 2009 uit de fusie van het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met de dienst Domeinen Onroerende Zaken van het ministerie van Financiën. Dit Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf’ (RVOB) werd in 2012 door het ministerie van Financiën overgedragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De directie Rijksvastgoed van het ministerie van Financiën hield zich bezig met de strategische doelstellingen voor de rijksvastgoedportefeuille. In 2012 droeg het ministerie van Financiën de directie over aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het Koninklijk Besluit tot de oprichting van de Rijksgebouwendienst (Rgd) dateert van 1 augustus 1922. De bouwdiensten die elk departement tot dan toe zelf had, werden op dat moment samengevoegd tot één centrale bouwdienst. De Rijksgebouwendienst begon onder het ministerie van Financiën. Behalve een directeur-generaal voor de dagelijkse leiding, kreeg de dienst ook een Rijksbouwmeester die de scepter zwaaide over de bouwtechnische vraagstukken waarvoor de dienst zich in die tijd gesteld zag. Na de Tweede Wereldoorlog verschoof de Rijksgebouwendienst van het ministerie van Financiën naar het nieuwe departement van Wederopbouw. Tot 2010 bleef de Rgd onder dit departement en haar opvolgers (uiteindelijk het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu) vallen. In 2010 werd de dienst een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Juridische kaders
Als overheidsdienst is het Rijkvastgoedbedrijf gebonden aan de onderstaande juridische kaders:
Het Rijksvastgoedbedrijf is sinds 1 januari 2016 een agentschap. Hierin zijn de voormalige agentschappen Rijksgebouwendienst, Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en de Dienst Vastgoed Defensie opgegaan. Het Rijksvastgoedbedrijf is een baten-lastenagentschap dat wil zeggen dat het baten-lastenstelsel wordt gehanteerd. Het Rijksvastgoedbedrijf is als baten-lastenagentschap onderdeel van begrotingshoofdstuk XVIII Wonen en Rijksdienst. Het Rijksvastgoedbedrijf is ingeschreven in het Handelsregister met KvK-nummer 65890604. Het btw-nummer van het Rijksvastgoedbedrijf is 8563.05.765.B.01.
Het Auditberaad adviseert het management van het Rijksvastgoedbedrijf:
bij het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de financiële verslaggeving;
over de regie op het auditbeleid;
over het risicomanagementbeleid en de uitkomsten daarvan.
In het Auditberaad zitten de leden uit het management van het Rijksvastgoedbedrijf en minimaal één extern lid. Externe leden worden geselecteerd voor een maximale zittingsduur van 4 jaar.
De Auditdienst Rijk (ADR) en de Directie Financieel-Economische Zaken (FEZ) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunen het Auditberaad. De Algemene Rekenkamer is agenda lid van het Auditberaad. Deregeling Auditberaad Rijksvastgoedbedrijf trad 1 december 2014 in werking.