Netcongestie: ‘Piekbelasting is het grootste probleem’

Het stroomnet zit vol. ‘En als je structureel te veel gebruikt, kan de netbeheerder je afsluiten’, zegt Marjon Bosman, programmamanager duurzaamheid bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Gelukkig zijn er oplossingen, blijkt uit onderzoek dat CE Delft voor het RVB heeft gedaan.

Vergroot afbeelding Marjon Bosman, programmamanager Rijksvastgoedbedrijf
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / Herman Zonderland

Waar komt die netcongestie ineens vandaan?

‘Twaalf jaar geleden heeft de Autoriteit Consument en Markt dit probleem al aangekondigd. Er werd toen veel bezuinigd en het toenmalige kabinet besloot geen grote uitgaven te doen. De gedachte was: we lopen het wel in als het nodig is. Maar ineens was er een oorlog in Oekraïne. De gasprijzen stegen hard en men is en masse gaan elektrificeren. Wat ook meespeelt, is dat we dachten dat we meer met collectieve warmtenetten zouden gaan werken. In plaats daarvan kwamen er individuele warmtepompen. We hadden niet voorzien dat het zo’n vaart zou lopen.’

Wat zijn de gevolgen van netcongestie?

‘Het is al gebeurd dat panden van onze klanten afgesloten zijn omdat ze teveel stroom afnamen. Als je structureel te veel verbruikt, kun je het netwerk in gevaar brengen. En dan sluit de netbeheerder je af. Dat moeten we natuurlijk voorkomen. Bewustwording is de eerste stap in de aanbevelingen van CE Delft. Aan de hand van drie RVB-casussen in het onderzoek zijn mogelijke oplossingen voorgesteld. We moeten andere oplossingen bedenken want het verzwaren van het net duurt nog zeker tien jaar.’

Wat betekent netcongestie voor het Rijksvastgoedbedrijf?

‘Wij moeten met onze klanten om tafel gaan zitten en we moeten het hebben over wat je van plan bent. Over de lange termijn – geplande renovaties, nieuwbouw en revitalisering - maak ik mij niet zoveel zorgen. Daarvoor ben je nog op tijd om oplossingen te bedenken. Waar het nu vooral om gaat is dat je je eigen aansluitbeheer goed op orde moet hebben. Hoeveel vermogen heb je nodig? Je moet ervoor zorgen dat je alle aanvragen bundelt. Ga je bijvoorbeeld elektrische keukens, nieuwe ICT, 100 magnetrons, röntgenapparaten, laadpalen en zonnepanelen aansluiten? Dan moet je daarvan een overzicht hebben en keuzes maken. Je kunt van alles willen, maar de capaciteit is er simpelweg niet.’

Hoe kun je toch extra stroom krijgen?

‘Te vaak wordt er nog naar een gasgenerator gegrepen om het op te lossen. Dat is geen duurzame oplossing als we van het gas af willen. Een dieselgenerator is nog erger. Zeker in gebieden waar je stikstofproblemen hebt. En je loopt het risico dat die generator vanwege de stikstofdepositie meteen wordt weggehaald door de gemeente. Dat is al gebeurd bij Defensie.’

Hoe moet het dan wel?

‘Het grootste probleem is de piekbelasting. Dat zijn de uren van de dag waarop een kantoor, een gevangenis of een kazerne de meeste stroom nodig heeft. Voor die pieken dient iedereen een hoge vermogensaanvraag in bij de netbeheerder om zeker te zijn van de maximaal benodigde hoeveelheid stroom. Vergelijk het met een handdoekje neerleggen bij het zwembad om een plek te claimen. Voor al die pieken samen is gewoonweg geen capaciteit. Daar moet je iets voor bedenken. Flexibele contractvormen bijvoorbeeld. Dit houdt in dat er een contract met de netbeheerder is waarin flexibel energiegebruik is vastgelegd: op sommige momenten mag je de volledige aansluitcapaciteit gebruiken, maar op andere momenten niet.’

De piekvraag naar stroom blijft dan nog wel bestaan. Hoe los je dat op?

‘Er zijn veel technische oplossingen. Met slimme energiemanagementsystemen combineer je het opwekken van energie met zonnepanelen en windmolens met opslag en afname. Je kunt bijvoorbeeld een grote batterij plaatsen en die ’s nachts vullen wanneer er veel aanbod is van windenergie. Overdag vlakt de batterij vervolgens de piek af. Je kunt ook besluiten om ’s nachts alvast een gebouw op te warmen, zodat je daarvoor ’s ochtends geen of weinig energie hoeft af te nemen. Zo’n flexibel contract kun je ook samen met andere afnemers afsluiten. Dan verdeel je onderling het beschikbare vermogen. Dus als je een industrieel bedrijf hebt, kan dat prima ’s nachts metaal smelten wanneer de andere bedrijven stilliggen. Nog een voorbeeld. Laad ’s nachts je elektrische apparatuur, materieel en voertuigen op voor gebruik overdag. En de accu’s van de auto’s kun je inzetten als opslag voor als je overdag meer stroom nodig hebt. Met deze flexibele contracten stap je over van een van heel groot centraal aangestuurd energienetwerk naar meer decentrale, smart grid-achtige systemen waarbij je vermogen en energie met elkaar deelt. Dat is voor het RVB een hele interessante ontwikkeling.’