Rijksvastgoedbedrijf scherpt circulariteitseisen bouwers aan

Het Rijksvastgoedbedrijf stelt met ingang van 2023 strengere circulariteitseisen bij de aanbesteding van alle nieuwbouw-, onderhouds- en renovatieprojecten. Doel is om in 2030 het gebruik van niet duurzame materialen zoals beton, staal en bakstenen te halveren en hergebruik te stimuleren.

Vergroot afbeelding Wouter Goossens - Routekaart verduurzaming kantoren
Voor hergebruik uitgezochte materialen in het voormalige Belastingkantoor in Haarlem

Bij de aanbesteding van nieuwbouwprojecten gaat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) in 2023 een strengere Milieu Prestatie Gebouw (MPG) hanteren dan de wettelijke minimumnorm. Het Bouwbesluit, dat bepalend is voor alle regelgeving in de sector, gaat uit van een MPG van 1,0. Met de aanscherping van de MPG-norm, een graadmeter voor de totale milieubelasting van een gebouw, wil het RVB de bouwsector stimuleren om verder te verduurzamen.

‘In de praktijk blijkt dat de norm uit het Bouwbesluit van 1,0 relatief makkelijk wordt gehaald. In onze aanbestedingen gaan we de lat daarom geleidelijk hoger leggen, zodat marktpartijen geprikkeld worden om steeds duurzamer te bouwen’, vertelt expert duurzaam aanbesteden Sander de Iongh van het RVB.

Droge verbindingen

Losmaakbaarheid van het gebouwontwerp wordt naast de steeds strenger wordende MPG-norm een ander belangrijk beoordelingspunt. Dit betekent dat een gebouw relatief makkelijk weer uit elkaar gehaald kan worden. Wat het mogelijk maakt om gebouwdelen, bijvoorbeeld gevels, vloeren, daken of draagbalken, in zijn geheel opnieuw te gebruiken.

De Iongh: ‘In het gebouwontwerp moeten ‘natte verbindingen’, zoals vloeren en wanden die op de bouwplaats aan elkaar worden gestort of gelijmd, zoveel mogelijk plaatsmaken voor ‘droge verbindingen’ die bijvoorbeeld zijn vastgeschroefd en daarom makkelijk weer zijn los te maken.’

Downcycling’ vs ‘upcycling’

Bijj de aanbesteding van grootschalige renovaties worden opdrachtnemers beloond voor het gebruik van zo min mogelijk nieuw materiaal. En nieuw materiaal wat toch wordt gebruikt, moet zoveel mogelijk herbruikbaar zijn of ‘biobased’, wat betekent dat grondstoffen net als bijvoorbeeld een boom binnen één generatie vervangen kunnen worden. Daarnaast worden partijen beloond voor het hergebruiken van de materialen die uit het te renoveren pand komen.

Bij sloopprojecten wordt voor de aanbesteding per project in kaart gebracht wat de kansen zijn voor hergebruik van verschillende materialen en gebouwdelen. Bouwbedrijven geven vervolgens op basis van het onderzoek aan wat zij van het slooppand op welke manier willen hergebruiken.

Aannemers krijgen bij de aanbesteding van sloopprojecten minder punten voor ‘downcycling’, bijvoorbeeld als betonnen vloeren worden vermalen tot gruis. Voorstellen voor ‘upcycling’, bijvoorbeeld direct hergebruik van beton-, stenen- of staalelementen, leveren extra punten op.

Inbouwpakketten

Veel materiaal zit bij het RVB in de inrichting van de gebouwen. De Iongh: ‘Het RVB is voornamelijk een beheerder van gebouwen. En die gebouwen moeten met enige regelmaat opnieuw worden ingericht, bijvoorbeeld bij wisseling van de gebruiker. Zo’n kantoorinrichting heet in jargon een inbouwpakket, dat bestaat uit bijvoorbeeld tussenwanden, vloerbedekking en systeemplafonds.’  Ook voor inbouwpakketten, zo benadrukt De Iongh, worden vanaf 2023 aanvullende circulariteitseisen gesteld. Denk hierbij aan inzet van een minimum aandeel van ‘biobased’ en hergebruikte materialen.

De Iongh: ‘Aanbiedingen voor nieuwbouw, renovatie, sloop of beheeropdrachten waar circulariteit geen deel van uitmaakt, komen er vanaf 2023 niet meer in.’