Koninklijk Paleis Amsterdam: de boodschap van de beelden

Het Atlasbeeld op het Koninklijk Paleis Amsterdam is bekend, maar de kunstenaar Artus Quellinus (1609-1668) kent bijna niemand. Er is nu een overzichtstentoonstelling in het Paleis. ‘Ze wilden Amsterdam afspiegelen als de stad van de vrede.’

Vergroot afbeelding Atlas
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / Koninklijk Paleis Amsterdam

Het Paleis - in de zeventiende eeuw ontworpen als stadhuis - is op zichzelf al een overzichtstentoonstelling van het werk van Quellinus. Aanvankelijk was het de bedoeling dat hij alleen beelden voor de buitenkant zou maken. Die zijn er ook gekomen: reusachtige bronzen beelden op het dak en marmeren timpanen aan de voor- en achterzijde. Maar binnen is even indrukwekkend en verfijnd beeldhouwwerk te vinden.

Keizersgracht 452

‘Zoveel beelden – binnen en buiten – zie je eigenlijk nooit. Dat was op deze schaal nog nooit gedaan. Maar omdat hij beschikbaar was en zo goed was, besloot het stadsbestuur: weet je wat, we doen ook de binnenkant’, zegt kunsthistoricus Bieke van der Mark van het Rijksmuseum waarmee het Koninklijk Paleis Amsterdam samen de tentoonstelling heeft opgezet. Zij heeft onderzoek naar Quellinus gedaan.
Het werd een enorm project waarvoor Quellinus zijn geboortestad Antwerpen verliet en een atelier in Amsterdam vestigde aan de rand van de stad ter hoogte van de Keizersgracht 452. Daar maakte hij met veertig medewerkers de beelden voor het stadhuis.

Vergroot afbeelding KPA
Beeld: ©Koninklijk Paleis Amsterdam

Oudheid

Wie de tentoonstelling bezoekt en de beelden en inspiratiebronnen van Quellinus bekijkt, kan het niet ontgaan: het ontwerp van het stadhuis en de beeldhouwwerken verwijzen naar de klassieke oudheid. Je staat bijvoorbeeld oog in oog met Zingarella (een beeld van een vrouw, eerste tot de vijfde eeuw na Christus) die voor deze tentoonstelling van het Musée du Louvre is geleend. Precies hetzelfde beeld waar Quellinus zich omstreeks 1636 op een studiereis in Rome door heeft laten inspireren.

Stad van vrede

Wat wilde het stadsbestuur met de beeldhouwwerken zeggen? ‘Er zijn eigenlijk twee boodschappen’, zegt Van der Mark. ‘Ten eerste wilden ze aangeven hoe geweldig de stad Amsterdam was. En ze wilden de stad afspiegelen als de stad van de vrede. Daarom staat het beeld Vrede op de voorgevel op de beste plek. Dat hangt ook samen met de inspanningen die ze hebben geleverd voor het bereiken van de Vrede van Münster (einde van de Tachtigjarige Oorlog, red.) in 1648. En dat is ook het jaar waarin de eerste steen werd gelegd. Het beeld Vrede heeft een Vredestak, maar in de andere hand ook een Mercuriusstaf van de handel. Dus daaraan zie je wel waar de belangen liggen.’

Romeinse republiek

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was inmiddels een wereldmacht met Amsterdam als centrum. De Amsterdamse bestuurders waren zich daar goed van bewust en vonden dat ze zich eigenlijk prima konden meten met de Romeinse republiek. ‘Hun nieuwe stadhuis zouden ze tooien met het embleem SPQA: Senatus Populusque Amstelodamensis (de senaat en het volk van Amsterdam) in navolging van het Romeinse SPQR (Senatus Populusque Romanus)’, zo staat te lezen in het boek Artus Quellinus dat voor de tentoonstelling is geschreven.

Zwaveldampen

Al bijna vier eeuwen lang symboliseren de beelden de trotse houding van Amsterdam. Toen ze net op het dak stonden, glommen ze. Dat duurde niet lang. Het vermoeden is dat zwaveldampen uit de grachten - toen feitelijk een riool - de verkleuring hebben versneld. ‘We willen nu terug naar het beeld van de zeventiende en de achttiende eeuw’, zegt monumentenadviseur Haukit Yu van het Rijksvastgoedbedrijf. Samen met zijn team is hij verantwoordelijk voor de restauratie van de beelden. ‘We hebben onderzoek gedaan naar oude schilderijen, etsen en schetsen van het stadhuis. We kwamen tot de conclusie: de beelden waren donker.’

Roestlaag

‘Het materiaal is een legering en wat je ziet, is dat het koper in het brons gaat oxideren. Door zuurstof, vocht en luchtverontreiniging reageert het koper aan het oppervlak. Dat is de groene kleur en heel veel mensen vinden dat mooi. Maar het is eigenlijk een roestlaag.’ Vervolgens is Yu op zoek gegaan naar een metaalrestaurator om samen te bepalen wat er met die roestlaag zou moeten gebeuren. En net als bijna vier eeuwen geleden viel de keus op een Vlaming: Derek Biront. Hij heeft zijn sporen verdiend met het herstel van oude beelden in België.  ‘Derek heeft grote invloed gehad op de kleur van de gerestaureerde beelden. Met zijn kennis van het materiaal en reinigingsmethodes kon hij bepalen in welke mate hij de kopercorrosie eraf zou stralen. Het is nu donkergrijs met een groene zweem.’

Vergroot afbeelding Atlas in de burgerzaaal
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / rijksvastgoedbedrijf

Oversized

En wie Vrede en Atlas wel eens van wat dichterbij wil bekijken, moet het Paleis en de tentoonstelling zeker bezoeken. In de Burgerzaal staan de gietmodellen van de zes bronzen beelden. Gewoonlijk werden die modellen van veel goedkoper hout, was of klei gemaakt. Het stadsbestuur bestelde ze van steen om ze na het gieten ook binnen neer te kunnen zetten. Die beelden kostten 6.000 gulden. Ter vergelijking: een arbeider verdiende een gulden per dag. Om de beelden op marmer te laten lijken, werden ze beschilderd met een ‘steen couleurtje’.  ‘Veel mensen vinden ze qua formaat een beetje oversized voor deze plek’, zegt kunsthistoricus Van der Mark. ‘Ik vind het wel goed staan eigenlijk.’

De tentoonstelling is te bezoeken tot en met 27 oktober in het Koninklijk Paleis Amsterdam.