De man die de meeste centen bezit

Wie de luidklok van Militair Ereveld Grebbeberg in Rhenen van dichtbij bekijkt, valt gelijk iets op. Op de 700 kilo wegende klok zitten grote koperen centen geplakt. Wat is het verhaal achter deze munten op de iconische luidklok?

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Nationaal Archief
In 1953 gooit de burgemeester van Rhenen de laatste stuivers in het klokmengsel.
Vergroot afbeelding
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf
De muntjes op de bronzen luidklok vallen direct op.

“Ik spreek voor hem die viel”, staat er op de bronzen luidklok op de Grebbeberg in Rhenen. Elke vierde mei van het jaar laat de grote luidklok zijn opvallende klanken horen. Tijdens de dodenherdenking verzamelen zich meer dan duizend bezoekers. Zij betuigen hun respect aan de meer dan 400 militairen die zijn begraven op Militair Ereveld Grebbeberg. Jonge jongens - niet veel ouder dan 25 jaar - sneuvelden hier tijdens de meidagen van 1940 bij de Slag om de Grebbeberg. Al snel na de de capitulatie kwamen familieleden en nabestaanden van gesneuvelde soldaten naar de Grebbeberg. Zij plaatsten op eigen initiatief grafstenen op de plekken waar hun dierbaren waren begraven door vrijwilligers en medewerkers van het Rode Kruis. De eerste oorlogsbegraafplaats van Nederland was een feit.

Ontstaan van herdenkingsplek

Langzamerhand groeit de plek steeds meer uit tot een waardige herdenkingsplek. In 1942 besluit het Departement van Defensie als verantwoordelijke voor het beheer, de begraafplaats flink op te knappen. Zo is de plek voorzien van een stenen muur en alle verschillende grafzerken zijn vervangen met identieke grafstenen. Voor zover bekend komen hier de namen van de gevallen soldaten op te staan. Tijdens de Duitse bezetting vindt er tenminste één herdenking plaats in 1944, omdat er toen nog een aantal Duitse soldaten op de begraafplaats lagen. Vanaf 1946 vindt de eerste Nederlandse herdenking plaats. Op foto’s van vlak na de Tweede Wereldoorlog is het huidige ereveld lastig terug te herkennen. Met in het midden van de begraafplaats alleen een houtenkruis, is Militair Ereveld Grebbeberg nog niet de waardige herdenkingsplek zoals die van vandaag de dag.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Nationaal Archief
De begraafplaats op de Grebbeberg ziet er vlak na de Tweede Wereldoorlog sober uit.

Landelijke inzamelingsactie

Ongeveer vijf jaar na de bevrijding van Nederland ziet de begraafplaats op de Grebbeberg er nog steeds sober uit. Daar moet verandering in komen, zo vindt de Koninklijke Nederlandse Zangvereniging “Die Haghe Sanghers”. Zij starten een grootschalige actie om geld in te zamelen voor de bouw van een monument. Elke Nederlander wordt opgeroepen om centen, stuivers en andere geldbedragen te doneren aan Lodewijk Bosch van Rosenthal, de toenmalig burgemeester van Rhenen. Ook is hij een Nederlands verzetsstrijder waarvoor hij de Verzetsherdenkingskruis heeft ontvangen. Waarschijnlijk hecht hij grote persoonlijke waarde aan een mooie herdenkplek voor de soldaten die op de Grebbeberg zijn begraven. Zijn acties zetten kracht bij de enorme inzamelingsactie. Het Nederlandse volk doneert vrijgevig.

Eind 1950 is het bedrag rond. In de kluis van het raadhuis in Rhenen liggen ongeveer 2,4 miljoen centen, stuivers en andere bedragen, rolletje aan rolletje opgestapeld. Logisch dat Trouw op 16 augustus 1950 in de krant over de burgemeester van Rhenen kopt: “De man die de meeste centen bezit”. Het totaalbedrag komt neer op ongeveer 100.000 gulden. Genoeg geld dus om te starten met de bouw van een waardig monument op de Grebbeberg.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Nationaal Archief
De twaalf meter hoge kloktoren op de Grebbeberg is in aanbouw.

Klok ingelijfd

Een kleine drie jaar later is de bouw van het monument gereed. Militair Ereveld Grebbeberg heeft een terras met lange trappen aan de overkant van de begraafplaats gekregen. Ook is hier een twaalf meter hoge kloktoren gebouwd met daarop een bronzen luidklok. Op 4 mei 1953 vindt de eerste dodenherdenking bij het gloednieuwe monument plaats. Een paar weken daarvoor bezoekt de burgemeester een klokkengieter van de firma Eysbouts in Asten. Daar strooit hij de laatste centen en stuivers in het gietmengsel van de klok. Even zijn er zorgen of de koperen munten wel samengaan met het bronzen gietmengsel. Het koper zou nadelige invloed hebben op de kwaliteit van de “toonrijkdom”. Maar omdat het maar om een handjevol munten gaat, doet het kleingeld geen kwaad en kan de symbolische actie alsnog doorgaan. De handeling markeert een succesvol einde van de landelijke inzamelingsactie. De munten op de zijkant van de luidklok zijn nog steeds goed te zien.  Alle bijdragen hebben de bouw van een prachtige herdenkingsplek mogelijk gemaakt waar we nu nog steeds gebruik van maken. 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Nationaal Archief
De eerste dodenherdenking op het nieuwe monument op 4 mei 1953.