‘Bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen’

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) helpt bij het vinden van opvanglocaties voor vluchtelingen. Maar hoe maak je een oud kantoorpand geschikt om in te wonen? Op pad met Daniëlle van den Heuvel van het RVB. ‘Normaal krijg ik alles alleen op papier te zien.’

Beeld: RVB/Erik Jansen

De oude hoofdingang is dicht, via een kleine grijze deur laat de bewaking ons binnen. Het opvangcentrum aan de Regulusweg in Den Haag was ooit het hoofdkantoor van KPN. Nu wonen er 400 vluchtelingen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) huurt het pand van het RVB en heeft het omgebouwd tot een tijdelijke opvanglocatie.

Het RVB kocht het KPN-kantoor om tijdelijk eigen medewerkers in te huisvesten. Om zo ruimte te creëren om andere kantoorpanden te verduurzamen. Dit project begon niet meteen. Daardoor is er ruimte om het pand tijdelijk aan het COA aan te bieden.

‘Dit is de eerste keer dat ik hier ben. Normaal krijg ik alles alleen op papier te zien. Het is interessant om te zien hoe dit zich in de praktijk afspeelt’, zegt Van den Heuvel. Het coördineren van de verhuur vergt veel tijd, zegt Van den Heuvel. Als het RVB een pand aanbiedt gaat het COA langs en kijkt of het er opvanglocatie van kan maken. En zo ja, wat daar dan voor nodig is. Het geschikt maken voor opvang kan in gang gezet worden zodra het RVB met de ombouw akkoord gaat.

Bekijk de foto's en lees meer over de werkdag van Daniëlle van den Heuvel.

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    Hoe komt een samenwerking tussen het RVB en het COA tot stand? ‘Als wij zeker weten dat we de komende tijd geen gebruik van een pand maken, kunnen we het aan het COA aanbieden’, zegt van den Heuvel. ‘Het komt vaker voor, zoals hier bij de Regulusweg, dat het voor een ander doel gebouwd is. Dit was een werkplek, een kantoor. Om hier mensen in te laten wonen, zijn aanpassingen nodig. En dat kost tijd en geld. Het COA beslist wanneer dit de moeite waard is’, legt Van den Heuvel uit. Ook de gemeente moet natuurlijk toestemming geven voor een opvanglocatie.

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    De trap midden in de welkomsthal leidt ons naar de eerste verdieping. Boven zien we een groot zwart-geel kruis voor de liftenschachten hangen. ‘Voordat het RVB dit pand kocht, stond het een aantal jaar leeg. De liften voldoen niet meer aan de keuringseisen en mogen dus niet meer gebruikt worden’, zegt Van den Heuvel. Als je op de vierde verdieping slaapt, betekent dat veel traplopen.

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    Rechts van de liften is de eetzaal. Het gepiep van de magnetrons hoor je al vanuit de gang. Net als bij de liften is de keuken ook gedateerd en buiten gebruik. ‘De benodigde vervangingsonderdelen zijn niet meer te krijgen’, legt Van den Heuvel uit. Daarom staan er magnetrons. Hiermee warmen vluchtelingen elke dag tussen vier en zes diepgevroren maaltijden op. ‘Bevroren maaltijden zijn minder fijn’, erkent Van den Heuvel. Maar elektrische kookplaatjes in de slaapkamers zijn - in verband met de brandveiligheid- zeker geen optie.

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    We vervolgen onze weg naar de slaapzalen. Aan de Regulusweg wonen zo’n 350 mannen en 50 vrouwen. De slaapzalen zijn gescheiden. Het COA heeft veel ervaring met het inrichten van tijdelijke huisvesting. ‘Een kantoor heeft andere veiligheidseisen dan een woonruimte. Hier letten we met aandacht op. Het helpt om hier een keer te zijn. Je kunt je toch minder goed voorstellen hoe de aanpassingen eruit zien’, zegt van den Heuvel. ‘De slaapkamers zijn gemaakt door het plaatsen van dunne wandjes. Tijdelijke aanpassingen zijn redelijk makkelijk om mee akkoord te gaan, maar ze moeten wel aan de veiligheidseisen voldoen.’

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    Voor vluchtelingen die tot de LHBTQIA+-gemeenschap behoren, is er extra aandacht. In het land van herkomst is er niet altijd de ruimte om te zijn wie je wilt zijn. Maar ook binnen de opvanglocaties kunnen zij te maken krijgen met een sociaal isolement. Spreekuren in de grote hal beneden waren geen succes. Het gebrek aan privacy maakt het moeilijk om je zorgen, angsten en verdriet te uiten. Het COA heeft daarom extra kamers gehuurd. Dat worden spreekkamers waar getraumatiseerde vluchtelingen een rustige plek hebben om hun verhaal kwijt te kunnen.

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    De trap op, door naar de tweede verdieping. Onderweg worden we vriendelijk begroet. Iedereen doet dat. We komen aan bij de stilteruimte. Hier is de plek om te studeren of om je even terug te trekken. ‘Het is fijn dat deze ruimtes hier zijn. Zo kan je even een momentje voor jezelf pakken.’ Op de opvanglocatie leven veel verschillende culturen naast elkaar. Het COA probeert hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Mensen die dezelfde taal spreken plaatst het COA bij elkaar in de slaapzalen. Zo is het minder eenzaam.

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    We lopen terug naar beneden. Voor de receptie staat een lange rij. Vandaag is de wekelijkse meldplicht. Door twee stalen deuren lopen we naar buiten, richting een witte tent. De tentdeur slaat open en een warme klamme lucht komt ons al tegemoet. ‘Kantoorpanden zijn simpelweg niet gemaakt om in te wonen. Om ervoor te zorgen dat mensen zich kunnen wassen, moet het COA creatieve oplossingen bedenken. Het COA heeft vastgesteld dat het maken van douches binnen niet haalbaar is. Vandaar deze tent.’

  • Beeld: RVB/Erik Jansen

    We gaan verder naar de buitenruimte, ook de uitgang van het gebouw. Het is koud en er staat een gure wind. Toch zijn er aardig wat mensen buiten. Onder een afdakje - de shishabar - relaxen mensen met een waterpijp. Voor de vluchtelingen is het veel wachten. Voor velen is het onzeker of zij in Nederland mogen blijven. Na een rondje op het buitenterrein is het tijd om weer te vertrekken. Van den Heuvel: ‘Ik vind het zeer leerzaam om hier te zijn geweest. Dit zal mij verder helpen in de uitvoering van mijn werkzaamheden. Ook mooi om te zien dat mijn werk bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke problemen.’