Als iemand overlijdt zonder bekende erfgenamen, blijven huizen, spullen en bijzondere verhalen vaak achter. De sectie Onbeheerde Nalatenschappen van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) speurt al twintig jaar naar erfgenamen. ‘Soms maak je mensen heel blij.’

Beeld: Erik Jansen/RVB

Petra Junier werkt al ruim 20 jaar voor de sectie Onbeheerde Nalatenschappen van het RVB. Ze bezoekt geregeld woningen van overleden mensen. Deze fotoserie werd in 2019 gemaakt voor het personeelsmagazine van het RVB.

Wanneer iemand overlijdt zonder bekende erfgenamen, blijft er vaak meer achter dan een leeg huis of een stapel papieren. Denk aan auto’s, bankrekeningen, huisdieren en allerlei objecten met emotionele, financiële of historische waarde. Al twintig jaar zorgt een bijzonder team van het RVB ervoor dat deze onbeheerde nalatenschappen op een goede manier worden afgehandeld en bewaard.

Urban Hoedemaekers geeft leiding aan de sectie Onbeheerde Nalatenschappen die de afgelopen jaren flink is gegroeid. Vergrijzing, individualisering en een steeds grotere naamsbekendheid zorgen ervoor dat het aantal meldingen blijft toenemen, vertelt hij. Jaarlijks komen er nu zo’n 3.500 meldingen binnen van vermoedelijk onbeheerde nalatenschappen. ‘Waarschijnlijk is dat nog maar het topje van de ijsberg’, zegt hij. ‘De komende jaren komt er steeds meer werk op ons af.’

Beeld: Herman Zonderland/RVB

Urban Hoedemaekers geeft leiding aan de sectie Onbeheerde Nalatenschappen. Hij is de opvolger van Petra Junier.

Het team is de afgelopen jaren dan ook verdubbeld naar 49 medewerkers. ‘We kunnen het hoofd nu boven water houden’, zegt Hoedemaekers, ‘maar echt zwemmen lukt nog niet. De komende tijd willen we daarom flink investeren in ICT-oplossingen zodat onze administratieve taken lichter worden.’

Speurwerk

De meeste meldingen komen van gemeenten, vaak omdat zij verplicht zijn een uitvaart te regelen wanneer niemand anders zich meldt. Maar ook banken, bewindvoerders, de Belastingdienst en zelfs buren kloppen aan bij het RVB. Elke melding die binnenkomt leidt tot drie vragen: Wie is de overledene? Wat laat hij of zij achter? En zijn er erfgenamen?

"Er lag zoveel bloed. Ik werd er misselijk van"

In de praktijk komt dat vaak neer op speurwerk. Pas wanneer duidelijk is dat een nalatenschap genoeg waarde heeft, begint de zoektocht naar erfgenamen. Met indien nodig een bezoek aan de woning waarbij tevens de inboedel van een woning getaxeerd wordt.  ‘Je komt in iemands woning’, vertelt Hoedemaekers. ‘Dus je stapt echt in hun leven. Daar moet je met respect mee omgaan.’

Sterk water en skeletten

Petra Junier was er vanaf het eerste uur bij. Toen zij de afdeling twintig jaar geleden begon, was het pionieren. ‘We deden bij ieder huis een volledige inboedeltaxatie’, vertelt ze. ‘Maar een groot deel van de inboedels heeft geen marktwaarde. Nu zijn de processen veel strakker. Al leren we nog steeds.’

In twintig jaar tijd heeft Junier van alles voorbij zien komen. ‘Soms is het heel netjes en schoon in een woning, soms is het heel vies. Je hebt ook hoarders (mensen met een verzamelstoornis).’ Ze herinnert zich haar eerste klus nog: ze kwam binnen in een huis ‘vol met potten op sterk water en skeletten’. ‘Dat was heel luguber, maar zoiets is daarna nooit meer voorgekomen.’

Een ander huis was jarenlang onaangeroerd gebleven, de spullen lagen er nog alsof de bewoner zo terug kon komen — het stokbrood op tafel was niet beschimmeld en er was geen stofje te bekennen. ‘Er was zes jaar lang niemand binnen geweest. Heel bizar.’

Foto’s van nazi’s

In een ander huis kwam Junier persoonlijke bezittingen van een bekende cabaretier tegen. Die spullen zijn uiteindelijk bij een museum terechtgekomen. Weer ergens anders doken foto’s op uit de Tweede Wereldoorlog, met prominente nazi’s erop, onder wie Hitler en Goebbels. Die gingen naar het Oorlogsmuseum in Overloon.

Soms kwamen Junier en Hoedemaekers ook dieren tegen. Zo kreeg een pauw, die een buurman vond in een achtertuin, uiteindelijk een nieuw thuis op een kinderboerderij. En een agressief paard was er zo slecht aan toe dat ze het dier in overleg met een dierenarts uiteindelijk hebben laten inslapen. ‘Zo zie je maar. We hebben een belangrijke maatschappelijke taak’, zegt Hoedemaekers. ‘Ook als dat soms moeilijk is.’

Ja! Ik wil de nieuwsbrief

Vaak is het werk confronterend. Zo moest Junier echt wel even slikken toen ze in een woning kwam die sprekend leek op die van haar moeder. ‘Dan zie je dezelfde fruitschaal en denk je: o, dit had bij mij thuis kunnen staan.’ Soms wordt het medewerkers ook even te veel: bij een woning waar een medische bloeding had plaatsgevonden, moest Junier naar buiten om op adem te komen. ‘Er lag zoveel bloed. Ik werd er misselijk van.’

Niet voor niets dat medewerkers altijd beschermende middelen gebruiken, zoals mondkapjes en handschoenen. Wanneer een woning veilig is, begint de inventarisatie. Een erkend taxateur loopt met camera door het huis en legt elke ruimte vast. Soms zijn waardevolle spullen al meegenomen, als Junier en Hoedemaekers ergens binnenkomen. ‘Je weet natuurlijk niet wie allemaal de sleutel heeft’, zegt Junier.

Joodse nalatenschappen

Zodra er waarde in een nalatenschap zit, start vaak een onderzoek. Soms leidt dat tot onverwachte telefoontjes: mensen die erfgenaam blijken van een familielid dat al jaren uit beeld was. ‘Soms maak je mensen heel blij’, zegt Hoedemaekers.

Maar het kan ook pijnlijk zijn. Joodse nalatenschappen behoren tot de moeilijkste dossiers, zegt Junier. ‘Volledige generaties ontbreken door de Tweede Wereldoorlog’, vertelt ze. ‘Dan zie je al die namen van mensen die niet meer leven. Wij zoeken tot de zesde graad. Dan is het heel pijnlijk als je wel iemand vindt in de zevende graad, omdat er een paar generaties ontbreken.’

Geen schatkamer

Sommige spullen worden bewaard in de opslag als er geen nabestaanden worden gevonden. Een schatkamer is het zeker niet. ‘Er liggen heel veel identiteitsbewijzen, foto’s, sieraden, gitaren.’ Als de afdeling vereffenaar wordt, mogen ze waardevolle spullen verkopen. ‘We zetten het om in geld en dat geld bewaren we vervolgens twintig jaar. Voor het geval er nog nabestaanden zijn die zich melden’, vertelt Junier.

"Je doet iets wat veel impact heeft, ook al ziet bijna niemand het"

Daarna wordt het geld eigendom van de staat. Hoelang er naar erfgenamen wordt gezocht hangt af van de nalatenschap: bij huurwoningen liefst binnen twee maanden, bij koophuizen kan een erfgenamenonderzoek best lang duren. Toch is het speuren maar een klein deel van het werk: ‘We sturen vooral heel veel standaardbrieven de deur uit’, vertelt Junier. Verder is het correct interpreteren van testamenten cruciaal: ‘Niet ieder familielid is vanzelfsprekend erfgenaam.’

Zowel Junier als Hoedemaekers noemt het werk uitdagend en betekenisvol. ‘Je doet iets wat veel impact heeft, ook al ziet bijna niemand het’, zegt Hoedemaekers. ‘En soms kun je mensen echt blij maken.’