Beheerder brengt berghertshooi tot bloei

Op het Artillerie Schietkamp ’t Harde is één van de zeldzaamste planten van Nederland -berghertshooi - gegroeid van jaarlijks 10 tot 15 plantjes naar meer dan 1.000 exemplaren. ‘Het succesverhaal is te danken aan het samenspel van ecologen en beheerders.’

Vergroot afbeelding Berghertshooi plant
Beeld: Rijksvastgoedbedrijf
Berghertshooi, één van de zeldzaamste planten van Nederland

‘Berghertshooi is altijd al een zeldzame soort in Nederland geweest’, vertelt Tom van Heusden, ecoloog bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB beheert het terrein voor Defensie. ‘In Oost-Europa, de Alpen en de Eifel is berghertshooi wijder verbreid. Maar Nederland zit echt helemaal aan het randje van zijn verspreidingsgebied.’

Niet te zuur

En planten aan de rand hebben het volgens Van Heusden altijd een beetje moeilijk. ‘Zeldzame soorten zijn de eerste die wegvallen als het milieu wat ongeschikter wordt.’ En dat is precies wat er met het plantje is gebeurd. Berghertshooi stelt hele specifieke eisen. Een niet te zure bodem is belangrijk, aldus Van Heusden. In praktijk betekent het dat vooral leem in de bodem essentieel is.

Leemkuilen

Vroeger hielp de mens berghertshooi een handje. Berghertshooi was een plantje dat je steevast vond bij de plekken waar leem werd gewonnen: de leemkuilen. ‘Op de Veluwe werd leem gebruikt voor de bouw. Meestal werd het vermengd met stro om muurtjes mee te pleisteren. Het laden van de karren ging niet altijd even zorgvuldig. Er viel veel leem naast.’

Vergroot afbeelding Berghertshooi plant
Beeld: Rijksvastgoedbedrijf

Grootste populatie

Berghertshooi voer wel bij het morsen van leem. Van Heusden: ‘Bij de leemkuilen had deze soort het erg naar zijn zin. Leem beschermt tegen verzuring. En er blijven ook meer voedingsstoffen en vocht in leem hangen. Omdat de leemwinning verleden tijd is, zijn soorten die daaraan gebonden waren erg achteruitgegaan. Het is dan ook niet gek dat de grootste populatie berghertshooi die we in Nederland nog hebben op het oefenterrein naast zo'n oude leemkuil zit.’

Stikstof

Maar alleen leem is niet genoeg. Als je niets doet, wordt berghertshooi weggeduwd door gras, dennen en berkjes. Vroeger was er meer ruimte voor berghertshooi. Alle boompjes verdwenen in de kachel. En gras woekerde vroeger minder dan het nu doet. ‘Ongetwijfeld speelt stikstofdepositie een rol in het vergrassen. Grassen gaan over het algemeen beter om met meer stikstof in de bodem. Dat zien we op dat veldje ook een beetje.’

Chirurgenwerk

Brand Timmer die het beheer van het terrein onder zijn hoede heeft, is nu degene die berghertshooi een handje helpt. ‘Dat gebeurt met maaien. Brand Timmer verricht chirurgenwerk’, zegt Van Heusden. ‘Hij wacht totdat hij ziet dat de knoppen bruin zijn. Dan weet je dat de zaden rijp zijn. Dan gaat hij met een bosmaaier maaien. Het maaisel laat hij een tijdje liggen zodat de zaden uit de zaaddoosjes kunnen vallen. En dan pas harkt hij met de hand het maaisel er helemaal uit. Zo zorg je voor enige verschaling en hebben de zaden genoeg tijd om na te rijpen en van de plant te vallen.’

Vegetatie in toom houden

Verspreiding van de zaden is uiteraard belangrijk. Maar Van Heusdens grootste zorg is de vervilting van de grasmat. ‘Als je niet maait, sterft de grasmat onderaan af. Maar bovenaan blijft de grasmat doorgroeien. Op die manier heb je nergens meer open plekjes, dus ook nergens meer kiemmogelijkheid. En dan is het met berghertshooi met een paar jaar voorbij. We willen daarom de vegetatie in toom houden.’

De aanpak lijkt goed te werken. ‘We brengen de soort goed in kaart, zodat we scherp hebben hoe het met de populatie gaat. We kunnen dan samen met de beheerders snel ingrijpen als we denken dat het de verkeerde kant op gaat. We hebben nu meer dan 1.000 plantjes geteld. Normaal waren het er gemiddeld 10 tot 15 per jaar. Dit succesverhaal is te danken aan het samenspel van ecologen en beheerders.’