Altijd al willen weten hoe Commandopost Clingendael er van binnen uitziet? Monumentenadviseur Bram Hulshof vertelt erover in onderstaande video. ‘Hier komt erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog samen.’ Tijdens Open Monumentendag zijn het terrein rond deze imposante bunker en het informatiecentrum vrij toegankelijk.
Op het randje van de gemeente Wassenaar ligt Commandopost Clingendael, een bunker uit de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) van ruim 50 bij 30 meter. Na die oorlog was de bunker jarenlang het beveiligd commando- en communicatiecentrum van de Koninklijke Landmacht.
‘De bunker is een gecombineerde commandopost en kazerne van het zwaarste kaliber’, vertelt Bram Hulshof, monumentenadviseur bij het Rijksvastgoedbedrijf. ‘Een heel belangrijk overblijfsel uit onze militaire geschiedenis, niet alleen vanwege de omvang en de zorgvuldig vormgegeven details, maar ook symbolisch. Aan de ene kant liet de imponerende bunker het Nederlandse volk zien hoe machtig de Duitsers waren. Aan de andere kant toonde de rijkscommissaris er zijn eigen macht mee binnen het Derde Rijk.’
Beeld: Allard van der Hoek
Eigen bouworganisatie
Wanneer de Duitsers in 1940 het landsbestuur overnemen, besluiten ze dat vanuit Den Haag te blijven doen. Arthur Seyss-Inquart wordt rijkscommissaris voor bezet Nederland, wat hem de hoogste nazi in Nederland maakt. Wanneer de dreiging van de geallieerden vanaf 1942 steeds groter wordt, laat Seyss-Inquart een beschermd onderkomen bouwen op het Haagse landgoed Clingendael.
Hulshof: ‘De reden dat deze bunker zo’n ongekende omvang heeft, en groter is dan de bunker van Hitler in Berlijn, komt doordat de zwager van Seyss-Inquart een hoge positie heeft bij de organisatie die bunkers bouwen in nazi-Duitsland. Hiermee krijgt Seyss-Inquart de beschikking over een eigen bouworganisatie en vrij spel om een unieke bunker te bouwen.’
Beeld: Phil Nijhuis
Monumentenadviseur Bram Hulshof onder het bunkerdak van Commandopost Clingendael
Geallieerden misleiden
De enorme bunker is vanuit de lucht niet te missen door de geallieerde bommenwerpers. Om hen te misleiden is de bunker gecamoufleerd. Onterecht is lang gedacht dat de camouflage een boerderij moest voorstellen, maar uit uitvoerig bouwhistorisch onderzoek is gebleken dat dat niet het geval is. Hulshof: ‘ De bunker is gecamoufleerd als garage voor de naastgelegen voormalige SS-kazerne, die ongeveer gelijktijdig is gebouwd. Die kazerne is vormgegeven als landhuis. Vanuit de lucht is wel te zien dat het om grote gebouwen gaat, maar de ware functies waren onbekend. Zo zijn de twee schoorstenen op het bunkerdak eigenlijk geschutstorens waarop afweergeschut geplaatst kon worden.’
De achterliggende gedachte om de ware aard van de bunker te verhullen is dat de geallieerden minder geïnteresseerd zouden zijn in een garage dan in een zwaar beschermd hoofdkwartier.
Beeld: J. van Kuik (LFFD)
1980: bediening van de telex naar Libanon in het verbindingscentrum
Koude Oorlog
De bunker heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog verschillende functies. Seyss-Inquart woont op het naastgelegen landgoed en kan bij luchtaanvallen met zijn staf en de manschappen van de kazerne in de bunker schuilen. Tegelijkertijd is de bunker ook een commandopost waar vanuit het land verder bestuurd kan worden als dat nodig is. Zover komt het alleen niet in de Duitse tijd.
Na de Tweede Wereldoorlog verandert de politieke situatie in de wereld snel en de communistische Sovjet-Unie is de nieuwe vijand. Nederland bereidt zich voor op een mogelijke Derde Wereldoorlog en Defensie doopt de kazerne en de naastgelegen bunker om tot de Prinses Julianakazerne en Prinses Julianabunker. Hulshof: ‘De generale staf van de bevelhebber der landstrijdkrachten richt hier een beveiligd commandocentrum in en ook het verbindingscentrum, dus het communicatiecentrum van de landmacht, is hier dan gevestigd.’ De Prinses Julianabunker is hiermee het belangrijkste beschermde onderkomen van de Koninklijke Landmacht tijdens een eventuele inval of aanval door de Sovjet-Unie.
Het verbindingscentrum in de bunker onderhoudt ook contact tijdens (VN) missies van Nederlandse troepen in het buitenland via bijvoorbeeld telegrammen van de radioafdeling. De bunker kan alleen steeds minder voldoen aan de moderne eisen van beveiligd communicatienetwerk en het verbindingscentrum vertrekt in 1984. Tot 2014 blijft de bunker een communicatiepunt van het Defensie-glasvezelnetwerk.
Te koop
Nadat Defensie de bunker overtollig stelt, komt hij onder verantwoording van het Rijksvastgoedbedrijf. Wanneer binnen het Rijk geen bestemming is voor overtollig vastgoed, dan is het Rijksvastgoedbedrijf verplicht het object openbaar te verkopen. Later dit jaar start de openbare verkoopprocedure met voorselectie. 'Bij de verkoop is het van belang dat een nieuwe eigenaar respectvol met de cultuurhistorische waarden omgaat en dat nieuwe functies zich verhouden tot de geschiedenis van het complex. Mede daarom zijn er uitvoerige bouwhistorische onderzoeken uitgevoerd waarin de monumentale waarden worden vastgesteld', legt Hulshof uit.
Tijdens Open Monumentendag op 14 en 15 september kan het publiek vrij over het terrein lopen en de bijzondere bunker van buiten bekijken. Hulshof: ‘Deze bunker hebben we veel langer gebruikt dan alleen in de Duitse tijd. Hij vertegenwoordigt onze gelaagde militaire geschiedenis; hier komt het erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog samen.’
Meer informatie is te vinden op de website van het Atlantikwall Museum Den Haag.