Met hoogwerker op tijdreis

Verduurzamen en historie staan soms haaks op elkaar. Maar verduurzamen biedt ook kansen om het historische karakter te herstellen. Bijvoorbeeld bij Villa Den Engh in Den Dolder. ‘In de onmogelijke hoeken vind je altijd wel iets van de originele verflaag.’

Vergroot afbeelding Lynn van Rijnsover doet kleurhistorisch onderzoek aan de gevel van Villa Den Engh vanuit een hoogwerker.
Beeld: RVB/Hans Roggen

Ook historische gevels lijden onder weer en wind en hebben af en toe een likje verf nodig. Door herhaaldelijke schilderbeurten zijn monumentale gebouwen bijna onopgemerkt veranderd. Want vroeger maalden schilders niet altijd om de oorspronkelijke verfkleur. Daarmee ging een deel van ontwerp verloren.

Bij het voorbereiden van de panden op de toekomst met verduurzamingsmaatregelen kijkt het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) meteen goed naar het verleden en het oorspronkelijke ontwerp. ‘We willen het pand onderhouden en verduurzamen en tegelijkertijd ook de cultuurhistorische waarde versterken door het historische kleurbeeld te onderzoeken’, zegt Mik Veldman, monumentenadviseur bij het RVB.

Kleurhistorisch onderzoek

Om het originele uiterlijk van de villa terug te brengen, is het handig om te weten hoe het pand er oorspronkelijk uitzag. Daarvoor is kleuronderzoek nodig. ‘Een groot onderdeel daarvan is oude documenten bekijken. We duiken dus eerst de geschiedenis in’, vertelt Mik. In het geval van Villa Den Engh loopt de geschiedenis niet zo ver terug in de tijd. ‘Het pand is in 1918 gebouwd en toentertijd werd de documentatie al goed bijgehouden.’ Zo trof Mik oude aanvragen voor vergunningen aan bij de gemeente Zeist. ‘Helaas beschreven ze alleen nergens het kleurgebruik in detailniveau. In het bestek staat wel omschreven dat ze gaan schilderen, maar op welke manier en met welke kleuren blijft een raadsel. Er zit dus niks anders op dan zelf naar de villa te gaan en te onderzoeken hoe het verflagenpakket is opgebouwd.’

Volg Mik Veldman bij zijn bezoek aan Villa Den Engh in Den Dolder. Klik op de pijlen >> in de foto’s of op de bullets eronder en mis geen moment.

  • Mik Veldman, monumentadviseur van het RVB is op bezoek bij Villa Den Engh.
    Beeld: RVB/Hans Roggen

    Als je voorbij rijdt, is de kans groot dat je de villa over het hoofd ziet. Villa Den Engh ligt verborgen in een park in de Engelse landschapsstijl. ‘Achter het park schuilt een braaf en statig bakstenen gebouw. Prachtig om hier aan te mogen werken.’ Mik kwam als trainee binnen bij het RVB. ‘Ik begon met een leerzaam jaar bij technisch management. Toen ik daarna meeliep bij Monumenten dacht ik meteen: “Dit is top, hier moet ik bij horen”.’ Nu is Mik betrokken bij een groter project voor onderhoud en de verduurzaming van Villa Den Engh. ‘Er is onder andere onderhoud nodig aan het voeg- en schilderwerk.’ Mik wijst naar de groen uitgeslagen plekken van de kozijnen. ‘Bijvoorbeeld dit soort verontreiniging zal op den duur het kozijn- en raamhout beschadigen.’

  • Beeld: RVB/Hans Roggen

    ‘De villa begon als buitenverblijf’, vertelt Mik. ‘Eind jaren vijftig nam het Rijk het pand en het landgoed over. Toen is hier de Rijksobservatie voor jongens in gekomen. Het idee was dat mensen in de buitenruimte tot rust konden komen. Villa Den Engh was één van de vele psychiatrische klinieken in Den Dolder.’ Tegenwoordig gebruikt de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de villa als vergaderlocatie. ‘Een handige plek omdat die centraal ligt in Nederland. Naar een gevangenis kun je bovendien niet zonder toestemming spullen meenemen. Hiernaartoe wel.’

  • Beeld: RVB/Hans Roggen

    De opknapbeurt van Villa Den Engh vormt een goede aanleiding om kleurhistorisch onderzoek uit te voeren. En laat dat maar over aan Lynn van Rijnsoever (rechts), zelfstandig kleuronderzoeker en restaurator van historische interieurs. ‘Panden uit de zeventiende eeuw beschikken over een enorm breed kleurenpakket omdat daar heel vaak overheen is geschilderd. Villa Den Engh is een vrij jong monument. Ik verwacht daarom een redelijk simpel verfpakket aan te treffen.’

  • Beeld: RVB/Hans Roggen

    Tijd om aan het werk te gaan. Priegelwerk wel te verstaan. Met een klein mesje schraapt Lynn flinterdunne verflagen één voor één van de gevel bij het balkon af. Langzaam komen de geheimen van het pand aan het licht. ‘Het is nog te vroeg om iets te zeggen over de kleurensamenstelling, maar aan de buitengevel heb ik onder de witgrijze moderne verflagen al wel een paar andere verflagen aangetroffen. Denk aan okergele en groengrijze tinten.’ Populaire kleuren uit de vorige eeuw. Ook neemt Lynn monsters. ‘Die bekijk ik later onder de microscoop. Dat geeft me net wat meer informatie om de toegepaste kleur te identificeren’.

  • Beeld: RVB/Hans Roggen

    Lynn gaat het gebouw van top tot teen af. Maar niet op elke plek vindt Lynn een kleurenjackpot. ‘Ik zie gelijk al dat het pand in het verleden een paar keer is geschuurd. Daardoor zijn de originele verfresten niet overal terug te vinden. Die zitten nog wel op plekken waar je met schuren niet bij komt. In de meest onmogelijke hoeken en gaten vind je altijd wel iets van de originele verflaag.’ Om bij die onbereikbare plekken te komen, gebruikt Lynn een hoogwerker. ‘Geleend van de hovenier. Hij heeft mij uitleg gegeven over het gebruik van de hoogwerker en ik heb een hoogwerkerbewijs.’ Uiteraard zit ze veilig aangelijnd.

  • Beeld: RVB/Hans Roggen

    Ondertussen maakt Mik een rondje in en om het pand. De verbouwing biedt volgens Mik mogelijkheden voor verduurzaming. ‘Het gebouw wordt actief gebruikt, dus het moet mee met de tijd. Elk gebouw heeft zijn eigen DNA en daar moet je rekening mee houden.’ Mik wijst naar de prachtig gebrandschilderde ramen. ‘In dit soort monumenten zijn de kozijnen vaak erg dun. Te weinig ruimte voor het plaatsen van dubbelglas, tenzij je het hele kozijn aanpast.’ Volgens Mik is het verduurzamen van monumenten altijd maatwerk. Zo bleek glasisolatie in de villa niet nodig om de doelen van 2050 te halen. ‘Buiten zoeken we ruimte voor een warmtepomp. Maar hoe positioneren we de warmtepomp op een manier die de historische waarde van het landgoed respecteert? Dat vergt creativiteit.’

  • Beeld: RVB/Hans Roggen

    Terug naar Lynn. Met een mysterieus apparaatje bekijkt zij aandachtig het hekje op het balkon. ‘Dit is eigenlijk een draagbare microscoop. Ik zie op het hekje bladgoud zitten. Eerst zijn er twee lagen vergulding met bronsverf. Deze lagen noemen we ook wel een bolus en deze creëert een glad oppervlak voor het aanbrengen van bladgoud.’ Het is een lastige techniek die om de deskundigheid van ambachtslieden vraagt. Aan de hand van haar bevindingen stelt Lynn een uitgebreid rapport samen. ‘Daarna kunnen we gefundeerde keuzes maken over de historische kleuren’, zegt Mik. ‘We hopen terug te gaan naar een lichtere kleurstelling en we hopen ook dat er daarmee minder onderhoud nodig is in de toekomst. Dat is een duurzame keuze.’