Kennis en kunde van Rijksvastgoedbedrijf ‘waanzinnig en uniek’
In de bouw is aan bijna alles een tekort. Behalve aan werk. De Bouwcampus uit Delft zoekt naar oplossingen. ‘Wij werken aan een systeemverandering’, zegt Nynke Sijtsma, directeur van de Bouwcampus uit Delft.
Wat doet de Bouwcampus?
‘Dat is niet in een simpele oneliner te vangen. De Bouwcampus is een netwerkorganisatie, waar marktpartijen en grote opdrachtgevers als het Rijksvastgoedbedrijf deel van uit maken. We richten ons op drie vraagstukken: verduurzaming van gebouwen en omgeving, vervanging en renovatie van infrastructuur en de herstructurering van de stedelijke ondergrond. Wij jagen de transitie aan en rode draad hierin is de vraag hoe we samenwerken. De Bouwcampus wil dat we meer in bouwstromen en series gaan denken. En niet meer van project naar project.’
Wat is er mis met projecten?
‘We werken natuurlijk niet voor niets zo, want je moet dingen beheersbaar houden. Mensen verwachten dat je een kantoor, een woning of een brug binnen een bepaalde planning en binnen een bepaald budget bouwt. En als we dat anders willen gaan doen, gaan we innoveren. Dat doen we dan in een pilot. Hoe gaat dat in de praktijk? Het blijft vaak bij die ene pilot. Er worden te weinig pilots opgeschaald. En als je dan ziet wat voor opgaven we hebben in Nederland, dan komen we er niet met losse pilots.’
Wat zijn de opgaven die we maar niet opgelost krijgen?
‘We hebben te weinig mensen. Te weinig geld. Te weinig schone lucht. En te veel CO2. Het klimaat is echt kwetsbaar, daar moeten we veel meer aan doen. En we hebben te weinig tijd. Want we moeten enorm versnellen op veel terreinen. Er zijn veel meer bruggen die we moeten vervangen of renoveren dan we aan kunnen. Er zijn veel te weinig huizen. Ook in de utiliteit is de opgave enorm. Kijk alleen al naar de Defensie-opgave van het Rijksvastgoedbedrijf. We hebben dus schaarste. Dat hebben we geprobeerd op te lossen met innovaties. Die zijn ook heel hard nodig. Maar ik denk dat er nog veel meer nodig is; een transitie. We moeten het systeem veranderen. Dus ja, wat doet de Bouwcampus? Wij werken aan een systeemverandering.’
Hoe ziet die systeemverandering eruit?
‘We komen niet met nieuwe producten. En wij zorgen er ook niet voor dat de warmtepomp het beter gaat doen. Nee, wij kijken goed naar wat er gebeurt. Zoals ik al zei: alles wordt gezien als een project. Maar ik vind dat je het groter moet aanpakken. Laat ik een voorbeeld geven. Rondom Eindhoven hadden een aantal gemeenten en corporaties de opgave woningen te ontwikkelen. Elf gemeenten en dertien corporaties zijn toen om tafel gaan zitten. Als je één project in je eentje duurzaam wilt aanpakken, kost je dat veel extra geld en tijd. Maar door het samen te doen, is een ander systeem ontstaan met veel volume en continuïteit waardoor je met minder mensen meer kunt doen. Voor twee grote bouwbedrijven werd het vanwege de schaal interessant om houtbouw - dat is duurzaam - op een industriële manier aan te pakken. Dat ging sneller en was goedkoper. Het gaat niet alleen om technische kwesties. Vaak moeten ook procedures worden aangepast. Iedereen moet er daarom bij betrokken worden. Wij noemen dat ‘the whole system in the room’. Van leverancier tot minister. Je hebt iedereen nodig voor een systeemverandering.’
Hoe gaat de samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf?
‘Het Rijksvastgoedbedrijf is een belangrijke partner voor ons. We hebben samen hoogbouwhout onderzocht. Er zijn een aantal iconen die waarschijnlijk gerealiseerd gaan worden. Als we nou meer met hout zouden willen doen, wat betekent dat dan? Ook werken we samen bij de gebiedsgerichte energievoorziening, circulaire herinrichting en flexwoningen. Het RVB heeft heel veel kennis en kunde in huis. Dat is waanzinnig en echt uniek. En het Rijksvastgoedbedrijf heeft ook een enorme portefeuille. Dat is ook uniek. Het RVB steunt ons in natura. Daar zijn we blij mee. Drie dagen in de week werkt Rob Konings van het RVB hier onder andere aan duurzaamheidsvraagstukken.’
Tips voor het Rijksvastgoedbedrijf?
‘In de systeemverandering loopt de woningbouw voorop. Het is zonde om de ervaringen uit de woningbouw te laten liggen. Maar als organisatie heb je niet de tijd om dat allemaal op te gaan halen. Het zou mooi zijn als het RVB voor bijvoorbeeld de Defensie-opgave nu de tijd durft te nemen om te kijken naar parallellen in de infrastructuur en de woningbouw. Je moet namelijk voorkomen dat je deze megaopgave reduceert tot een verzameling projecten. Want dan ben je eigenlijk alleen losse projecten aan het optellen. En niet het systeem aan het veranderen. Het RVB moet ruimte creëren om op een andere manier naar dergelijke opgaven te kijken. Als je tot over je oren in het werk zit, ben je niet geneigd om mensen die op sleutelposities in je organisatie zitten vrij te maken om hier bij de Bouwcampus een dag per week te komen werken aan de transitie. Maar je hebt die vrije ruimte en samenwerking met andere sectoren juist nodig om de systeemverandering in gang te zetten.’